Welke uitdagingen kent Leiden onder de grond? En welke kansen biedt het ons? We bespraken het tijdens het 27e Stadscafé. De avond vond plaats in PLNT Leiden en was te volgen via een livestream.
Het is druk onder de grond. Leidingen, wortels, funderingen, dieren, glasvezel, organismen, kabels en water vechten er om ruimte. Als het aan het kabinet ligt worden de bodem en het water sturend bij de inrichting van Nederland. Wat betekent dit voor architecten, projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen? En wat betekent het voor de inwoners van een stad?
Ruimte, ruimte, ruimte
In zijn vaste rubriek Stadhuis Talks vertelt Martin Verwoest deze avond over zijn recente bezoek aan een kobaltmijn in Zambia. “Mijn meest intense ervaring van 2022”, zo omschrijft hij het bezoek aan de kloof van 1,5 km bij 0,5 km en ruim honderd meter diep. “Dat we de aarde uitputten is bekend. De littekens die we achterlaten worden steeds groter. Onze manier van omgaan met de ondergrond loopt tegen grenzen aan. We hebben bestaande én nieuwe partijen die ruimte zoeken in de ondergrond. Ruimte, ruimte, ruimte. Ondergrondse ruimte staat niet los van de bovengrondse ruimtevraag. De ruimtevragers vragen meer ruimte dan er is. En deze ruimtevragers hebben allemaal invloed op elkaar. Het vraagt om afspraken, regels en vooral: nieuwe oplossingen. Ik zeg ‘aan de slag’.”
Regisseur Bodem en Ondergrond
Een achtergrond als bestuurskundige en nu Regisseur Bodem en Ondergrond bij de Gemeente Leiden. Jos van Wersch is een van de eersten in zijn soort. Wat maakt de ondergrond zo’n belangrijk onderwerp voor steden dat er nu – onder andere – bestuurskundigen nodig zijn om dat te organiseren? “Het zijn logische zaken die daartoe geleid hebben”, aldus Jos. Als voornaamste reden noemt hij het oude en verdichte karakter van Leiden in combinatie met de bevolkingsgroei. “Vroeger paste alles en nu niet meer. Tijden veranderen en daarmee ook de blik op de bodem.”
Conflict onder de grond
Het grootste conflict onder de grond zit volgens Jos in de combinatie van energietransitie, klimaatadaptatie en biodivers vergroenen. Alle drie nodig, maar alle drie vragen ruimte. Steeds meer mensen op een steeds kleiner stukje stad maakt dat kabels, als het gaat om energietransitie, steeds dikker worden. Als je dan ook ambities hebt op het gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit, dan geeft dat conflict. Jos: “Het warmtenet geeft warm water. Dit straalt uit naar een bepaalde zone eromheen. Dat heeft effect op het bodemleven, maar ook op drinkwater. Dit zijn slechts enkele conflicten.” En terwijl de roep om vergroening in Leiden stevig is, zijn wortels van bomen en kabels niet bepaald vrienden van elkaar. Klimaatadaptatie en biodiversiteit kennen onvoldoende borging. Volgens Jos kan het allemaal wel gecombineerd worden. Het vergt alleen extra werk- en denkkracht en creativiteit. Het combineren van zaken kan door benodigde technische ingrepen wel leiden tot extra kosten voor bewoners. Gemaakte kosten zullen bewoners bijvoorbeeld terugzien op hun waterrekening. Een van de eerste stappen is dan ook om in gesprek te gaan met de bewoners van een straat of wijk.
Spontaniteit en geduld als innovatie
Als Researcher Stedelijke Biodiversiteit bij Naturalis kijkt bioloog Marco Roos met een andere blik naar de bodem en ondergrond. “De bodem en ondergrond zijn het fundament waarop onze levensprocessen gebaseerd zijn.” De kracht van de ondergrond is dat alles verbonden is met elkaar, vertelt Marco. Wat we tegenwoordig steeds vaker zien is bomen in bakken. Dat is biodivers vergroenen en levert geen echte bijdrage aan de biodiversiteit. “Het draagt niet bij aan de totale ecologie van de stad. De stad heeft dus juist een verbonden ondergrond nodig”, aldus Marco. We moeten zuinig zijn met lang onaangeroerde bodems, zegt hij. Verstoor je deze grond, dan komt de opgeslagen CO2 (dat daar door bomen opgeslagen is) weer vrij. Moeten we de bodem dan maar gewoon met rust laten? Marco: “Dat kan. Het grootste probleem is dat we geen geduld hebben en alles in de hand willen houden. Spontaniteit en geduld is de innovatie die we moeten integreren. De successie van de bodem zit in de opeenvolgende levensfases.”
Continuïteit en variatie
Het is dus niet tegel eruit, plant erin. Maar: tegel eruit, de planten komen vanzelf. Marco: “Je straat vergroenen met een plant van de Intratuin is niet bijdragen aan de biodiversiteit. Het gaat om de interacties. En die interacties ontstaan door ecologische verbindingen en de successie die daarop volgt. Beheer wat je voor ogen hebt.” Maar waar te beginnen? Voegen onaangeroerd laten is één van Marco’s adviezen. Maar ook het dak vergroenen als compensatie voor de versteende bodem. En streven we naar het ideale groene gebouw? Dan moeten we gebouwen ontwerpen als ruïnes: een gebouw dat een beetje erodeert, waardoor groen op een natuurlijke manier kan ontstaan en zichzelf kan bedruipen. Het gaat om continuïteit en variatie, aldus Marco.
Groen toevoegen voor een gezonde leefomgeving
Als boerenzoon werkte Kor van Hateren (Adviseur Bodem en Ondergrond bij de Omgevingsdienst West-Holland) al op jonge leeftijd met grond. In zijn huidige functie draait het om kijken wat we willen bereiken en hoe de bodem en ondergrond daaraan kunnen bijdragen. Kor vertelt dat we groen niet toevoegen voor de biodiversiteit, maar om ons eigen bestaan te borgen. “De doelstelling om een gezonde leefomgeving te creëren is gestoeld op: ‘hoe comfortabel kun je in een stedelijke omgeving leven?’. Groen en biodiversiteit zijn middelen voor het creëren van een gezonde leefomgeving. Met zoveel mogelijk comfort en zoveel mogelijk welbevinden.” In zijn rol als adviseur verbindt Kor inzicht in de onderaardse wereld met de bovengrondse opgave.
Gebruiksregels voor de bodem
Kor: “Als het gaat om ruimtelijke ordening hebben we met elkaar regels afgesproken over muren, schuttingen en bomen. We kunnen met elkaar ook regels opstellen om het ondergrondse te gebruiken. We zijn in Nederland goed als het gaat om ruimtelijke ordening. De kunst is om die ruimtelijke ordening van het bovenmaaiveldse naar het ondermaaiveldse te trekken. En de opgave niet slechts proberen op te lossen in de publieke ruimtes, maar ook door privégrond erbij te betrekken. ” Tot begin jaren ’60 was de bodem nog sturend, maar sinds de babyboom de bevolkingsgroei een flinke zet gaf is dat verleden tijd. We zullen dan ook betere keuzes moeten gaan maken. De eerder genoemde ‘continuïteit’ zou hierbij een grote rol kunnen spelen.
Wonen boven ruimtelijke ordening geeft chaos
Een van de aanwezigen in de zaal stelt: ‘Wonen boven ruimtelijke ordening creëert chaos.’ Een stelling die, zo geeft hij aan, deze avond nogmaals bevestigd is. Onze infrastructuur is niet geschikt om zoveel woningen op zo’n kleine ruimte te bouwen. Iemand anders verbaast zich over het feit dat we het in een klein bescheiden stadje als Leiden niet beter weten te regelen. Grotere wereldsteden – bijvoorbeeld in China – hebben het ‘compacte’ immers wel voor elkaar, zo lijkt het. “Die steden zien er heel anders uit”, legt Jos uit. “Ze zijn niet divers en niet klimaatadaptief. In steden in Azië bevinden veel kabels zich bovengronds en als er iets misgaat ligt meteen een hele wijk eruit. Wij hebben het meest stabiele elektranet van (bijna) de hele wereld. Dat heeft een reden. De keerzijde is dat veel van die kabels in de grond liggen. Ik denk dat wij het in Nederland op veel terreinen goed georganiseerd hebben. Maar die integratieslag die nu nodig is om al die transities van klimaat en energie te kunnen combineren, dat is de uitdaging.”
Creativiteit vermoord je met regels
Hoe krijgen we het nadenken vanuit biodiversiteit strakker in de wet- en regelgeving? Eén van de vragen vanuit de zaal. Kor: “Dat is de valkuil waar we met z’n allen graag intrappen: dat we er regels voor maken. Maar als we er regels voor maken, dan verschuilt iedereen zich achter z’n eigen regeltje.” Hij pleit voor oplossingsgericht denken. Mensen bij elkaar brengen en werken vanuit de doelstelling die op tafel ligt. “Creativiteit vermoord je met regels.” Iemand anders maakt zich zorgen om de verhitting van de stad. Dit gaat sneller dan aanvankelijk gedacht. Wat kunnen we doen om die hittestress te voorkomen? Marco: “De stad moet klimaatadaptief worden, dus maak ruimte voor begroeiing.” Die ruimte vinden we misschien wel sneller op de daken denkt hij. “Denk groot, denk aan het dak”, aldus Pieter.
Stemadvies
We sluiten af met stemadvies voor de naderende Provinciale Staten-verkiezingen op 15 maart. Hebben onze gasten stemadvies als het gaat om zaken als bodem, ondergrond en biodiversiteit in steden? Kor: “Let erop dat een partij de stedelijke overlast zo weinig mogelijk afwentelt op het buitengebied.” Jos: “Kijk naar de rol die de provincie wil nemen als het gaat om ruimtelijke ordening. Gaat ze dwingend zijn of loslaten? Maar ook: hoe wil ze verbinding maken tussen woningbouw en energietransitie? En in hoeverre heeft een partij aandacht voor klimaatadaptatie en biodiversiteit?” Voor Marco gaat het om de vier V’s: Vermesting, Verzuring, Vervuiling en Versnippering. “We zitten nog in die vier V’s gevangen. Kies voor de partij die de V’s het meest wil aanpakken.
Kijk het Stadscafé hier terug.
Het volgende Stadscafé vindt plaats op woensdag 12 april. Tijdens dit 28e Stadscafé gaan we met elkaar in gesprek over de gezonde stad.