Hoe bewaken we de kracht en waarde van het ambacht architectuur in tijden van wooncrisis en stijgende bouwkosten? Tijdens de 24e editie van Stadscafé, dat plaatsvond op woensdag 11 mei in PLNT Leiden, gingen we erover in gesprek met Marjolein van Eig, Hans van der Heijden en Hans van der Zant. De avond was ook te volgen via een livestream.
De architect als ambachtsman. Iemand die hoofd en handen combineert, problemen vaststelt en oplost, bedenkt en bouwt. Is er nog ruimte voor deze ambachtsman nu een enorme versnelling van de woningbouw is ingezet en materiaalkosten stijgen? Blijft er geld over om ook kwaliteit toe te voegen aan Nederland? Moderator Pieter van der Straaten legde het voor aan onze drie gasten en de aanwezigen.
De architect als geveltoerist
Handgemaakt, eigen, uniek, specifiek, met bijzondere aandacht gemaakt. Het is waar stedebouwkundige Martin Verwoest aan denkt bij het woord ‘ambachtelijk’. In de vaste column ‘Stadhuis Talks’ neemt hij ons deze avond mee in het metier van architect, een ambacht. Martin: “Het vak van de architect staat continu onder druk. Het vak is opgeknipt in mootjes en de architect wordt voor een steeds kleiner deel verantwoordelijk gemaakt. Alles moet tegenwoordig snel. Aan de tekentafel tot resultaat komen gaf in het verleden nog denktijd. Nu hebben we ‘ready mades’, uitgedachte concepten of ellendiger nog: product-marktcombinaties voor een paar verschillende, veel voorkomende doelgroepen.” Standaard plattegronden en veel dezelfde bouw, het is iets waar Martin niet blij van wordt. Zo zegt hij: “Het is alsof we voor een mobiliteitsprobleem iedereen dezelfde Volkswagen Polo proberen aan te smeren.” Martin staat niet per se negatief tegenover het gebruik van kant-en-klaar-producten in de bouw, maar vraagt zich wel af waar de ruimte is voor de ‘genius loci’, de geest van een plaats. “Voordat je het weet wordt de architect ingezet als een soort geveltoerist”, zegt hij. “De toolbox van de architect wordt langzaam uitgehold tot een reparatiesetje van de Hema.”
Prefab: als het moet, dan goed
Marjolein van Eig, eigenaar van Bureau van Eig, is een architect met een voorliefde voor detail. Met haar bureau ontwerpt zij duurzame, solide architectuur. Marjolein refereert aan de column van Martin. “Dit is de gemiddelde cafépraat tussen architecten”, zegt ze hierover. “We krijgen te weinig betaald, werken te hard en de opdrachten worden steeds kleiner.” Net als Martin staat Marjolein niet per se negatief tegenover prefabricage. Marjolein: “Prefab is een soort toverwoord als je het hebt over snel en goedkoop bouwen. Dat zullen we steeds meer zien. Bouwmethodes veranderen onder invloed van bijvoorbeeld klimaat en schaarste. Je moet als architect steeds weer iets verzinnen om er ook iets moois van te maken.” Het is dan ook belangrijk om zaken niet zomaar voor lief te nemen, benadrukt ze. Als voorbeeld geeft ze een project in Leidsche Rijn waar ze bij betrokken is. Hier wordt, naar wens van de opdrachtgever, gebouwd met prefab producten. Bureau van Eig heeft dit omarmd, maar stelt wel strenge eisen aan de producten. “Als we het dan toch moeten doen, dan goed. We doen het alleen als het perfect wordt”, zegt Marjolein.
Waardeer industrialisatie
Architect Hans van der Heijden lijkt het niet eens te zijn met eerdere stellingen die zeggen dat ‘prefab’ en ‘goedkoop’ steeds meer de standaard worden. Zo noemt hij een voorbeeld uit Den Haag waarbij de door hem ingetekende boogjes in het metselwerk, ondanks de extra kosten, toch werden goedgekeurd. De reden: het was een goede oefening voor de beginnend metselaars die aan het project meewerkten. Een ander voorbeeld dat hij geeft is een situatie waar na het tonen van drie soorten ontwerpen voor balkons, gekozen werd voor de duurste optie. “Het is ook een beetje hoe het spel gespeeld wordt”, zegt hij. Hans pleit voor het investeren in relaties met ambachtsmannen als de timmerman en ‘betonboer’. “Het zijn mensen met een mooi vak van wie we veel kunnen leren”, zegt hij. “De discussie over vaart en volume maken in de woningbouw is niet nieuw. Het begint ermee dat we niet neerkijken op die industrialisatie die aan de gang is, maar er verstand van krijgen, het omarmen en voor ons laten werken.”
Spaarndammerhart: het monument van sociale woningbouw
Het een woningbouwproject in Amsterdam van onder andere Heijmans Vastgoed, Korthtielens Architecten en Marcel Lok Architects – staat volop in de belangstelling. Ontwikkelaar Hans van der Zant: “De opdracht was een nieuw monument te realiseren gebaseerd op de uitgangspunten van de Amsterdamse School-traditie waarin architectuur, kunst en natuur hand in hand gaan. Én aan die traditie duurzaamheid toe te voegen. In het ontwerpteam zaten daarom dus naast de architecten een landschapsarchitect, kunstenaar en duurzaamheidsexpert.” Het resultaat – volgens Hans een monument van sociale woningbouw – mag er zijn. Het ensemble van 80 woningen (sociaal, vrije sector huur en koop) wordt gekenmerkt door prachtig rijk metselwerk, poorten waarin heden, verleden en toekomst samenkomen en informele routes die straten en gemeenschappelijke tuinen met elkaar verbinden. Spaarndammerhart kreeg in 2021 onder andere de Abe Bonnema Architectuurprijs.
Een bijzondere plek creëren
Het maken van een bijzondere plek. Hoe doe je dat? “Een stedenbouwkundig plan geeft aanknopingspunten om specials op de juiste plek te maken”, zegt Marjolein. “Je hoeft niet alleen maar bijzondere woningen te maken om een bijzonder plan te maken.” Zit de architectonische waarde in het mogelijk maken van projecten die niet ‘dat ene rijtje’ zijn, maar die een stukje stad maken, dat stukje straat? Is dit iets wat een stad, opdrachtgever of ontwikkelaar mogelijk kan maken? Wat Marjolein wel: “Je moet in de uitvraag, de tendervoorwaarden, om veel kwaliteit vragen. Daarmee leg je het project vast. Heel vaak wordt die kwaliteit niet goed gevraagd of niet goed bewaakt.”
Woningbouweisen
Hugo de Jonge, Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, heeft in zijn woningbouwprogramma aangegeven: van de 1 miljoen woningen die er moeten komen, twee derde betaalbaar moet zijn. Dit betekent sociale huur, middenhuur of koopwoningen onder de NHG-grens. “Is een project als Spaarndammerhart nog te realiseren als je je aan dat soort eisen moet houden?”, vraagt Pieter. Volgens Hans van der Zant zorgen dat soort eisen voor woningen van gemiddeld 35 tot 45 m², terwijl de grootte van de sociale huurwoningen in Spaarndammerhart tussen de 40 tot 105 m² ligt. Betaalbare gezinswoningen, binnen de budgetten van corporaties, zijn op deze manier niet mogelijk geeft hij aan. ‘Onzin’, volgens Hans van der Heijden. Hij herkent zich niet in het verhaal van Hans van der Zant. “Wij doen veel sociale woningbouw waarbij we direct worden aangestuurd. Dit scheelt een hoop. Dan maken we gewoon keurige woningen van 80 m². Blijkbaar kan dat uit. ”
Activisme
Hans van der Heijden pleit voor een vorm van activisme in de woningbouw. Een stelling waar Pieter graag op inhaakt. Want waar zouden de gasten van vanavond het liefst activistisch voor zijn? Voor Hans van der Heijden mag er meer activisme getoond worden bij het vernieuwen van woningbouwprogramma’s. Als voorbeeld noemt hij Amsterdam-Noord. Hier zorgt de gentrificatie ervoor dat bestaande bewoners verdrongen worden. Zijn punt: nieuwe mensen erbij? Prima. Maar op zo’n manier dat er ruimte blijft voor de bestaande bevolking.
Hans van der Zant ergert zich dood aan alle concept- en cataloguswoningen. “Ik ben bang dat er door de huidige opgave te veel van dat soort woningen gaan komen.” Wat hem betreft moeten gemeentes hier keihard nee tegen zeggen. “Ik ben geschokt over hoeveel er wordt gesloopt in de stad”, aldus Marjolein over Rotterdam. Wat haar betreft moet daar iets aan gedaan worden. Ze vindt slopen ‘niet van deze tijd’ en alles behalve duurzaam. Marjolein: “Er zijn zelfs architecten die het een ‘act of violence’ noemen.
Het volgende Stadscafé van RAP Leiden vindt plaats in het najaar. Vanaf september gaan we weer iedere tweede woensdag van de maand in gesprek met architecten, stedenbouwkundigen en andere experts over onderwerpen die spelen in de wereld van de architectuur. Houd de agenda in de gaten!