Een bijzondere editie van het Stadscafé dit keer! Het 29e Stadscafé van RAP Leiden werd afgetrapt met de documentaire The Proof of the Pudding. Na afloop bespraken we de documentaire met architect Laurens Jan ten Kate en architectuurhistorici Wijnand Galema en Dolf Broekhuizen. Samen doken we in het vraagstuk: wat is de waarde van Post ‘65-architectuur?
Kijk het 29e Stadscafé hier terug. De documentaire is onder andere via CineDeli te bekijken.
Lichten uit. Met de aanwezigen duiken we in de wondere wereld van architect Herman Hertzberger. Zijn opvattingen over het belang van onbestemde ruimtes, aanraakbare architectuur, sociale composities en herbergzaamheid zijn nog altijd actueel. De inmiddels 90-jarige Hertzberger is internationaal bekend als belangrijk vertegenwoordiger van het structuralisme. De documentaire volgt Hertzberger en zijn opvolger bij architectenbureau AHH, Laurens Jan ten Kate, in hun strijd om een geslaagde transformatie van het voormalig Centraal Beheer-kantoor in Apeldoorn tot woningen tot stand te brengen.
Menselijke architectuur
Zichtbaar onder de indruk verlaten onze gasten de filmzaal. Geïnspireerd en geëmotioneerd. “Ik had niet verwacht dat een film over een gebouw en de architect mij zo zou emotioneren”, aldus Pieter van der Straaten, vaste moderator van Stadscafé. Zoals altijd is het woord eerst aan Martin Verwoest met zijn Stadhuis Talks. Als eerstejaars bouwkundestudent raakte hij al geïnspireerd door Hertzberger. “We hingen aan zijn lippen als hij vertelde over allerlei ontwerpaspecten. Bijvoorbeeld hoe de eerste treden van een trap net even anders waren vormgegeven zodat ontmoeten, verblijven en bewegen werden gestimuleerd. Vanuit het kleine werd het grote opgebouwd, en het grote had net zoveel pracht en betekenis als het kleine. Menselijke architectuur werd verheven tot structuralisme.”
Architectuur als interpretatie van de wereld
Architect Laurens Jan ten Kate, directeur van architectenbureau AHH, weet als geen ander hoe het brein van Hertzberger werkt. “Herman heeft nooit het doel gehad om monumenten te maken. Hij creëert ruimte voor sociale composities. Ruimtes die nog niet ingevuld zijn, maar wel herbergzaam en uitnodigend zijn. Voor Herman is een gebouw een levend wezen. Continu in beweging en met functies die veranderen. Een gebouw moet die verandering kunnen accepteren. Herman heeft een uniek architectonisch brein. In zijn hoofd krijgt alles wat er in de wereld gebeurt een architectonische interpretatie. Je moet eerst de wereld begrijpen, voor je in architectonisch opzicht iets te zeggen hebt.” Dit laatste is wat Laurens Jan betreft ook belangrijk om in gedachte te houden bij het beoordelen van architectuur. “Architectuur is een interpretatie van de wereld waarin we leven. Je moet je dus afvragen: wat vertelt deze architectuur over de wereld waarin we leven? Wat is de bijdrage? Het gaat om de interpretatie.”
Vrijheid is bewegen binnen een systeem
Wijnand Galema is architectuurhistoricus en heeft veel onderzoek gedaan naar Post ’65-architectuur. Hij verwijst naar een zin van Hertzberger in de documentaire die gaat over het begrip vrijheid. Wijnand: “Vrijheid betekent niet: je doet maar waar je zin in hebt. Vrijheid is het bewegen binnen een systeem.” Wat hem betreft is er dan ook maar één manier waarop je naar de gebouwen van Hertzberger of vergelijkbare gebouwen met structuralistisch gedachtegoed kunt kijken. “Je moet leren kijken wat het systeem van een gebouw is en welke vrijheid je kunt nemen om binnen het systeem van zo’n gebouw te kunnen werken.” Als het gaat om architectuur van ná 1965; hoe bepaal je dan wat van waarde is? “Het is een vrij recente periode. Naarmate de tijd verstrijkt kijken we anders naar periodes en wordt het makkelijker om te bepalen wat we daarin van waarde vinden”, legt Wijnand uit. Het is dus lastig om jonge architectuur op de juiste waarde te schatten. Er zijn, zo vertelt hij, wel richtlijnen voor cultureel historische verkenning, maar deze zijn slechts deels toe te passen op dit soort gebouwen. Bij de waardering van jonge bouwkunst speelt volgens Wijnand en Laurens Jan ook de sociale compositie een rol.
Sociale architectuur
Voor architectuurhistoricus Dolf Broekhuizen is in de documentaire de nadruk die Hertzberger legt op het sociale van architectuur en de positie van de mens in een gebouw inspirerend. In 2022 publiceerde Dolf het rapport ‘Jonge Bouwkunst in Leiden 1970-1990’. Tijdens zijn onderzoek viel met name de woningbouw in de periode ‘70-‘90 hem op. Dolf: “Er werd gestreefd naar kleinschaligheid en herbergzaamheid. Als reactie op de anonieme en uniforme architectuur van de jaren ’60. Het moest intiemer. Er moest meer menselijkheid zijn. Het sociale contact moest op gang komen.” Om dit te realiseren werden bijvoorbeeld open trappenhuizen ontworpen. Maar waar de architect in de jaren ’70 met dit soort plekken wilde aansturen op spontane ontmoetingen en het faciliteren van vrijheid, worden deze open ruimtes door de huidige bewoners gezien als ‘onveilig’. Het gevolg is dat deze ruimtes worden afgesloten met bijvoorbeeld hekken. Hoe stel je de huidige bewoners, die het systeem van de architectuur als onveilig ervaren, gerust? “Door ze mee te nemen in het verhaal van een gebouw”, zegt Dolf.
Andere tijden, is aanpassen
Hoe zorg je voor waardering voor ontwerpen uit de jaren ’70-’90? “Veel ideeën van toen zijn wel herbruikbaar, maar we moeten ze anders interpreteren”, zegt Wijnand. “Als iets niet werkt in de huidige tijd, pas het aan”, zegt Laurens Jan. Hij refereert aan een uitspraak van Hertzberger: ‘Andere tijden, is aanpassen’. .Jan-Jaap de Haan (vice-voorzitter bij de Historische Vereniging Oud Leiden) haalt hiervoor het Stadsbouwhuis, dat op de nominatie staat om gesloopt te worden, aan ter illustratie. “Wij hebben ons hard gemaakt voor het behoud van dit gebouw. Het Stadsbouwhuis is een goed voorbeeld van structuralisme”, zegt hij. Deze architectonische stroming heeft mogelijk hergebruik van een gebouw als doel. Maar in de pogingen de sloop van het pand te voorkomen werd al snel duidelijk dat alleen de kenners deze periode waarderen. Jan-Jaap: “Het is lastig uit te leggen aan mensen wat er bijzonder aan is.”
Leren waarderen
De waarde van Post ’65-architectuur zit ‘m in de structuur en inhoud, zo klinkt het in de zaal. “Hoe geven we de inhoud van een gebouw betekenis, zodat het onderdeel wordt van de economische afweging?”, vraagt architect Krijn Tabbers. Wijnand: “Door een goede analyse te maken van de structuur. En op zoek te gaan naar iets wat binnen die structuur zou kunnen passen.” En hoe zorgen we dat de ‘gewone man’ dit soort gebouwen gaat waarderen? “Je moet leren met andere ogen naar deze gebouwen te kijken”, zegt Laurens Jan. Mensen moeten het sociale aspect leren zien. Dat geldt zeker voor ontwerpen van Hertzberger. Laurens Jan: “Herman is altijd een sociale componist geweest. Het ging hem niet om het esthetische.” De conclusie: mensen beoordelen op de buitenkant, maar moeten de binnenkant van een gebouw leren zien en waarderen. Een opgave waar met een drankje in de hand nog lang over werd nagepraat op het heerlijke dakterras van PLNT Leiden.
Stadscafé #29 terugkijken
Op woensdag 11 oktober worden tijdens een feestelijke uitreiking in Biopartner 5 (winnaar publieksprijs 2022) de winnaars van de Rijnlandse Architectuurprijs 2023 bekend gemaakt.